Millingerwaard, machtig mooi!

Rondleidingen in de prachtige natuur van de Millingerwaard en Ooijpolder

OOIJPOLDER EN dUFFELT

Dit gebied tussen de Nijmeegse stuwwal is een van de fraaiste cultuurgebieden van Nederland. Het is zeer geliefd bij wandelaars, skaters, joggers en fietsers.De oorsprong ligt de in een een-na- laatste IJstijd  (het Saalien) van zo’n 200.000 jaar geleden.  De eindmorene van de ijsgletsjers  - vanuit Scandinavië hierheen gestroomd - vormden een stuwwal van een paar honderd meter hoogte. Ze is nog steeds  terug te zien in het Nederlandse landschap: de stuwwal bij Nijmegen, de Wageningse Berg, de Grebbeberg, de Utrechtse heuvelrug…


De wal zorgde ervoor dat rivieren de we nu Rijn,  Waal en IJssel noemen, naar het zuiden werden gedwongen . Vele duizenden jaren later , toen de temperaturen stegen, vormde zich aan de voet van de wal langzamerhand een gigantisch stuwmeer.  Dat brak ten slotte ten oosten van Nijmegen door Elterberg en ‘onze’ stuwwal heen. Vandaar dat we het rivierengebied nu ook de naam ‘Gelderse poort’ gegeven hebben.  De Rijn en Waal gingen door de Betuwe stromen.   Gedurende lange perioden werden er enorme hoeveelheden water afgevoerd, niet te vergelijken met nu. De rivieren vormden een systeem van vlechtende rivieren. Oude beddingen verzandden, en de rivier koos keer op keer een nieuwe bedding.  Op veel plaatsen  in Ooijpolder en Duffelt zijn  sporen van oude beddingen terug te vinden: bijvoorbeeld de oude Waal bij Nijmegen en de Ooijse Graaf bij Leuth. In droger tijden kregen wind en zand vrij spel en werden stuifduinen gevormd: Persingen – eens het kleinste dorp van Nederland- is op zo’n duin gebouwd.


Voor de komst van de mens , ruim 3000 jaar gelden, waren Ooijpolder en Duffelt een aaneenschakeling van rivieren, moerassen en wilgenbossen.  Beetje bij beetje heeft de mens het land in cultuur gebracht. Hij ging op de hoogste deken van het land wonen en, rooide bomen en liet zijn vee op de zo ontstane weiden grazen . Akkerbouw was lange tijd onmogelijk:  Door de afzetting van klei waren zogenaamde ’komgronden’ ontstaan: gronden waarop het water het grootste deel van het jaar bleef staan. Pas in de twintigste eeuw is de grond gedraineerd, en door bemaling is de grondwaterpeil gedaald.


Nog begin vorige eeuw verdienden de mensen er de kost in veeteelt, visserij en baksteenindustrie.  De rivier was rijk aan zalm en steur. In het landschap vind je nog talloze kleiputten waar klei gewonnen werd en die nu waardevolle natuurgebieden zijn.Eeuwenlang vormde rivier een bedreiging voor de mensen die er woonden, overstromingen kwamen vaak voor Vandaar dat veel boerderijen op terpen zijn gebouwd. Maar vaak werd de rivier met opzet de polder binnengelaten:  bij overstromingen werd een laagje vruchtbare klei achtergelaten.


Het is nog steeds een kleinschalig agrarisch landschap met  fraaie boerderijen, schilderachtige dijkhuisjes, hagen,  rietmoerassen, poelen, hooilanden en bloemrijke dijkhellingen.

Voor vogelaars is er veel te beleven: tienduizenden ganzen in de winter, roerdomp, blauwborst, ijsvogel, zilverreiger, kraanvogel….Onlangs is het gebied aangewezen als  Nationaal landschap.


Ontdek het zelf!